De Ene Alleen
Weet dat Hij nooit in iets verblijft, noch is
iets in Hem,
Hij is noch binnen, noch buiten iets.
Niemand kan hem zien, of het nu met de ogen
in het hoofd of met het innerlijke oog is;
en niemand kan Hem begrijpen met zintuigen,
noch met kennis, denken, verstand of met verbeelding.
Alleen Hij kan Zichzelf zien, alleen Hij kan
Zichzelf begrijpen.
Hij ziet Zichzelf door Zichzelf.
Hij begrijpt Zichzelf door Zichzelf.
Hij kent Zichzelf door Zichzelf.
Geen ander dan Hij kan Hem zien.
Geen ander dan Hij kan Hem kennen.
Dat wat hem verbergt is Zijn eenheid.
Niemand dan Hij kan Hem verbergen.
De sluier die Hem verbergt is Zijn eigen
wezen.
Hij is niet in jou, noch ben jij in Hem.
Hij sluit je niet uit, noch ben je van Hem
uitgesloten.
Als je wordt aangesproken als jij, denk dan
niet dat je bestaat, met een essentie en kwaliteiten en attributen;
want je hebt nooit bestaan, noch besta
je, noch zul je ooit bestaan.
Je bent niet in Hem gekomen, noch Hij in jou.
Zonder te zijn is jouw essentie met Hem en en
in Hem.
Zonder enige identiteit te hebben, ben je Hem
en is Hij jou.
Als je jezelf kent als niets, dan ken je
werkelijk je Heer.
Anders ken je Hem werkelijk niet.