Pad van het Hart


Het leven is onzekerheid.


Liefde , hetgeen niet los staat van het leven, is ook onzekerheid.

Alleen wanneer men bereid is om te leven in onzekerheid, alleen dan leeft men, want onzekerheid is vrijheid.

 

En welk pad je ook bewandelt, het pad van onderzoek, van indachtigheid, van het hart, vrijheid is de enige deur naar Dat wat is.

Door iconen van zekerheden te zoeken, een Jezus, een Krishna, een God, schep je gevangenissen.
Gevangenissen van illusies, van cocons, die veel troost geven, zolang als zij duren.

Maar diep van binnen weet men dat het een cocon is, want waarom zouden we anders steeds van cocon verwisselen in een poging om die ene te vinden die blijvend is?

Typerend is, dat Liefde begeleid wordt door angst.
Zal hij, zal zij niet?

En als men in spirituele liefde doet, zal ik gehoor vinden, erkend worden?

En dus jaagt men achter een of andere vorm van zekerheid aan, om die angst te verbergen.

Zekerheid vermoordt Liefde.

Echt, als de mens onsterfelijk was, zou liefde onmogelijk zijn.

Er is dood en het leven is als een dauwdruppel op een trillend blad.

Er kan ieder moment een briesje opsteken en dan zal de dauwdruppel vallen en verdwijnen.

Het leven is niets meer dan wankelen.

Door dat wankelen, door die beweging is de dood mogelijk, altijd aanwezig.

En toch geeft die mogelijkheid van dood de intensiteit aan Liefde.

Liefde is mogelijk, alleen omdat er dood is.

De Hindu's hebben een prachtige mythe hierover...

Zij zeggen dat in de hemel, waar Indra heerst, -Indra is de koning van de hemel- geen liefde is. Er zijn mooie meisjes, mooier dan je op aarde ooit gezien hebt, -echte Apsanas- en er zijn goden.

Zij hebben sex, maar er is geen liefde, omdat zij onsterfelijk zijn.

Er staat dus geschreven dat Uruvasi, het hoofd van de hemelse meisjes, toestemming vroeg aan Indra om naar de aarde te verhuizen voor een paar dagen om een man lief te hebben.

"Wat een onzin!

Wie kan er nou tippen aan mijn uithoudingsvermogen of grootte," snoof Indra.

Uruvasi antwoordde: "Jij bent mooi, maar onsterfelijk. Daarom is het niet aantrekkelijk. Het is altijd hetzelfde, dag in dag uit. Jij bent echt dood. Nee, ik heb een man nodig."

De goden zijn echt dood omdat er geen dood is om hen te laten leven. Zij zullen er altijd zijn. Zij kunnen niet dood zijn, dus hoe kunnen zij dan leven? Het leven bestaat tegen de achtergrond van de dood.

In ieder geval kreeg Uruvasi haar zin, zoals het vrouwen meestal vergaat, zij had echter niet gerekend op 's mans listigheid.

Indra gaf zijn toestemming, maar onder voorbehoud.

Uruvasi mocht naar de aarde gaan, zij mocht een sterfelijke man liefhebben, maar zij moest haar minnaar zeggen, dat hij nooit iets over haar mocht vragen. Deed hij dat toch, dan moest zij meteen terugkeren naar de hemel.

Uruvasi, die de mannen niet kende, de aardse- noch de Indra-types, ging akkoord, daalde af naar de aarde, werd verliefd op een man, Pururva genaamd en legde uit aan Pururva: "Vraag nooit iets over mij, wie ik ben. Zodra je dat doet, zal ik je verlaten."

Maar liefde, de gewone soort, is altijd nieuwsgierig, moet altijd bezitten.

Wanneer je niet weet wie je geliefde is, is het onmogelijk om te bezitten, onmogelijk om te accepteren.

Pururva kon niet slapen.

Wie was zij, die zo mooi was, gemaakt van droom materiaal, die er niet aards uitzag, als afkomstig uit andere dimensies.

Hij zou het zo graag willen vragen, maar hij was ook bang haar te verliezen. Hij was zo bang om haar te verliezen, dat Pururva sliep met de zoom van Uruvasi's sari (Indiaas kledingstuk) in zijn hand.

Op een dag dacht Pururva: "het is nu alweer zo lang, ze houdt zo veel van mij, elke seconde toont zij haar liefde voor mij, zij zal mij nooit verlaten."

En Pururva stelde de vraag.

En Uruvasi verdween - alleen een stukje van haar sari bleef over in Pururva's hand.

En er wordt verteld, dat Pururva nog steeds naar Uruvasi zoekt, terwijl hij een stukje van haar sari vasthoudt.

Karakteriseren (afbakenen) is bezitten.

Bezitten is een poging om veilig te zijn.

Probeer veilig te zijn, je hebt alleen de zoom van de sari, niet Liefde.

Liefde heeft betekenis, omdat liefde verloren kan raken.

Dan klopt, vibreert, pulseert het met een intensiteit.


Er is geen morgen voor liefde.


Het is nu.


En die Liefde moet zelfs vrij zijn van het object van die liefde, om te zijn.

Het object van Liefde als een object, als een entiteit, als een idee, als een definitie, als een beperking .....vrij zijn van dit alles.

Hoe weet men of zijn/haar Liefde die dimensies heeft?

Als je het niet kunt helpen dat je uitlegt, dat je meedeelt wat, waar, hoe en waarom je bent wat je bent.

En als je het niet kunt helpen dat het je niets kan schelen of de "ander", of het publiek, of de verzamelde menigte, je begrijpt, voor je applaudisseert, je veroordeelt, als je het niet kunt helpen onverschillig te staan tegenover zulke "inputs".

Als je het niet kunt helpen dat het je niets kan schelen of een "ander", de menigte je opmerkt of niet.

Pas op voor het denken.

Zelfs veroordeling, misbruik, wordt opgemerkt en opgemerkt worden is brandstof voor het denken om zich voort te zetten.

Meera's liefde voor Giridhar Gopal (Krishna) stelde haar in staat om al lachend de kom vergiftigde melk aan te nemen en op te drinken, die haar werd aangeboden door haar vijanden, omdat het niet iemand anders was die haar die vergiftigde melk aanbood, maar haar Giridhar Gopal zelf.

Hoe zou ze kunnen weigeren?

Mansood kon lachend toezien hoe zijn ledematen een voor een werden afgehakt, en hoe zijn ogen werden uitgestoken, omdat hij kon zien dat de hand die het zwaard vast hield, niemand anders was dan Hij.

Het pad van het Hart is simpel en het vereist leeuwenmoed.


 

 

 

Afdelingen

Vertalingen