MAHAYANAVIMSAKA VAN NAGARJUNA:
AANBIDDING VAN DE DRIE KOSTBAARHEDEN
1. Ik betuig mijn respect
aan de Buddha die wijs is, vrij van alle gehechtheid, en wiens macht alle begrip
te boven gaat en die de waarheid onderwees die niet verwoord kan worden.
Commentaar: Een schilderij van de hemel, zelfs al is het door
Leonardo da Vinci geschilderd, is nooit DE hemel. Het gaat "over" de
hemel, een interpretatie. En alle interpretaties zijn gebonden, begrensd en
"dood". En toch is het alleen door de begripsmatige, aanwezige context
dat communicatie (met woorden of op andere manieren) mogelijk is. Ergo, de
communicatie zelf is begripsmatig, wie ook degene is die communiceert.
2. In de transcendente
werkelijkheid is er geen begin (utpada), en feitelijk is er ook geen
vernietiging (nirodha).
Commentaar: Vanuit Existentieel oogpunt beschouwd, betekent dit: er is
nooit iets gebeurd.
In een droom is een begin te vinden, er is
vernietiging, er is beweging, er is verandering, er is worden en er is niet
worden. Er is chaos en uit chaos worden sterren geboren en worden zwarte gaten
gevormd.
Er zijn wereld-oorlogen, er zijn holocausts, er is schaamte der overwonnenen, er
is trots van de overwinnaar, er zijn Moeder Theresa's en de trots van
liefdadigheid.
Alle nuances van de droom.
Word wakker 's morgens en drink je kop thee.
Zijn de kwesties die in de droom
aan de orde komen, het grote ethos en pathos, van enig belang? Verschenen ze
werkelijk?
De Buddha is als de hemel
(die geen begin en geen einde heeft) en de wezens zijn als hij en daarom zijn
zij van nature hetzelfde.
Commentaar: Dat waaruit de droom tevoorschijn kwam, kan geen oorsprong
hebben en kan niet ten einde komen. Vanuit een begripsmatige verschijnselmatige
context is elke verwijzing daarnaar en elke poging om dat te beschrijven,
slechts een schilderij van de hemel, begripsmatig dus.
En zo is het ook met de "golf" als een symbool van de illusoire
verschijnende wereld. Als je een golf in je hand wilt nemen, houd je alleen maar
water in je hand. De fata morgana is niets anders dan de stralen van de zon.
Deze illusoire verschijnende wereld is niet verschillend of staat niet los van
dat wat het doet verschijnen. Het is een objectieve uitdrukking van wat we pure
subjectiviteit kunnen noemen. Potentialiteit dat zijn potentialiteit
verwerkelijkt. Zij zijn niet twee en dus zijn zij van nature hetzelfde,
hebben dezelfde essentie.
3. Er is geen geboorte,
noch aan deze en noch aan de andere kant (van de wereld).
Commentaar: Als er nooit iets is gebeurd, hoezo geboorte, hoezo dood?
Een samengesteld ding
(samskrta) vindt zijn oorsprong in zijn omstandigheden.
Commentaar: Een dans. De dans is een dans, omdat een danser danst. De
danser is een danser omdat een dans ontstond. Waar ligt de scheiding tussen de
twee?
Potentieel verwerkelijkt het eigen
potentieel, niet als iets wat er los van staat, maar het verschijnt in zichzelf,
zonder enige verandering te ondergaan.
Daarom is het sunya van nature.
Commentaar: De term "sunya" wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd
als het "absolute niets". Aangezien er nooit ook maar iets gebeurd is,
wordt de begripsmatige term "sunyatta" gebruikt, maar dan een sunyatta
van totale potentie.
Dit feit komt binnen het
bereik van de kennis van een alwetende.
Commentaar: In een begripsmatige entiteit kan de apperceptie van de ware
identiteit "gebeuren". Niet als een daad van vrije wil, maar als een
volkomen onvrijwillige en niet gezochte gebeurtenis.
4. Alle dingen zijn van
nature weerspiegelingen.
Commentaar: Als verschijningen in Bewustzijn.
Zij zijn zuiver en van nature stil, zonder enige dualiteit, gelijkmatig en zij
blijven altijd en onder alle omstandigheden hetzelfde (tathata).
Commentaar: Tathata betekent "Zijn-heid". Er is een
"Zijn-heid" in alle dingen. In alle objecten in een droom. Een object
in een droom kan geen andere rol spelen dan hem is toebedeeld door zijn
"Zijn-heid".Zo is het ook met de begripsmatige entiteit die zichzelf
de mantel van subject aangemeten heeft ten opzichte van alle objecten die
hij/zij waarneemt maar die zelf ook niets anders is dan een object, die niets
anders kan doen, dan zijn "Zijn-heid" te volgen.
De begripsmatige entiteit, de
biologische computer die we zijn, bezit geen eigen vrije wil en kan niet anders
dan zijn programma van "Zijn-heid" volgen.
Dus als schaamte opkomt op dit
moment, als grote diepe gedachten over non-dualiteit opkomen op dit moment, of
als je bezig bent om een onschuldige toeschouwer de keel door te snijden, dan
doet de begripsmatige entiteit niets anders dan zijn "Zijn-heid"
volgen.
De gevolgen van het handelen van de "Zijn-heid", die onder ogen gezien
worden door die begripsmatige entiteit zijn ook volkomen volgens die
"Zijn-heid".
5. In feite schrijven
stervelingen atman toe aan wat niet atman is.
Commentaar:Atman of ziel is niets anders dan een poging van het ego om
zichzelf te laten voortbestaan. Omdat het ego het tijdelijke karakter van de
huidige identiteit ziet, van lichaam/geest, klampt het zich vast aan een
voorkeur die blijvend is, Atman. Hiervan verwacht het ego dat het een aantal
levens mee zal gaan.
En op dezelfde manier
verbeelden zij geluk, ongeluk, onverschilligheid, passies en bevrijding.
Commentaar: De noodzaak van de begripsmatige entiteit (ego) om te zijn,
waarmee hij zich vestigt in het idee dat hij iets anders is dan slechts een
gekend object, is slechts de "ik-entiteit" (ego) of het
"persoonlijk handelen" in aktie. Met deze "entitificatie" is
de Doos van Pandora geopend. Hieruit komen tevoorschijn: geluk (wat onmiddellijk
de veronderstelling schept dat er leed is), onverschilligheid (wat onmiddellijk
de veronderstelling schept dat er passie is), bevrijding (wat onmiddellijk de
veronderstelling schept dat er gebondenheid is).
En dus lijdt de "ik-entiteit" of hij is gelukkig. Want hij ziet dat de
handelingen die hij gelooft te verrichten, hem soms bezorgen waar hij op gehoopt
had (en dus is hij gelukkig) en soms is dat niet het geval (en dus lijdt hij).
De "ik-entiteit"
realiseert zich verder dat er geen zekerheid bestaat over de resultaten die de
handelingen zullen opleveren en dat het leven zoals hij dat kent, volkomen
onzeker is en dat de dood verschijnen kan zonder dat de vraag "waarom"
beantwoord kan worden.
En dus is het gevoel van "onveiligheid" geboren, dat ervoor zorgt dat
hij naar houvast gaat zoeken, naar iconen van zekerheid zoals Meditatie, de
Bijbel/Gita/Koran, of naar een Guru, of tegenwoordig naar discussie-forums op
internet over spirituele zaken.
Hij
zoekt naar dis-identificatie ten opzichte van het lichaam, omdat hij de
tijdelijke kwetsbaarheid ziet en hij zoekt naar meer blijvende oplossingen,
zoals identificatie met de Heilige Geest, met Bewustzijn, met God, of met wat
dan ook. Alles wat de onzekerheid kan opheffen.
En de grap is dat wanneer en als de herkenning plaats vind, gebeurt, er geen
herkenner aanwezig is om dit te bevestigen of te bekrachtigen.
Daarom zijn het soort verklaringen als "Ik ben de Heilige Geest,
Bewustzijn, enz. oxymorons.
De vraag die opkomt is: waarom
ontstaat deze Ik-identiteit eigenlijk? In de eerste plaats ontstaat hij niet,
hij lijkt er te zijn, zoals een luchtspiegeling er lijkt te zijn, zodat een
"ik" en "jij" verschijnen en zodat het Leven zoals we dat
kennen er kan zijn. Het Leven dat slechts een complexe verzameling van relaties
tussen een "ik" en een "jij" is. Zonder de "ik" en
de "jij" , de dualiteit van deze ik/jij, kunnen we het Leven niet
ervaren.
Voor deze dialoog, die een onderdeel van het Leven is, is er een
"Sandeep" nodig en een ander die niet Sandeep is en dan kan het spel
van de dialoog vrolijk zijn loop nemen.
Terwijl het in werkelijkheid Bewustzijn is die de dialoog op deze website
aangaat met Bewustzijn.
6 - 7. Geboorte in de zes
gebieden van het bestaan in de wereld, hoogste geluk in de hemel, veel pijn in
de hel, deze zaken liggen niet binnen het gebied van de waarheid (d.w.z. deze
kunnen niet als waarheid geaccepteerd worden), evenmin als het idee dat
onverdienstelijke daden tot extreem leed leiden en tot ouderdom, ziekte en dood
en dat verdienstelijke daden vast en zeker tot goede resultaten zullen leiden.
Commentaar: Goede daden, slechte daden, doen, niet-doen, geloven, niet
geloven, allemaal aspecten van de droom. Wakker worden en je kop thee drinken.
Door de verkeerde
voorstelling van zaken worden wezens verteerd door het vuur van allerlei
passies, zoals een bos door een bosbrand wordt weggevaagd, en zij belanden in
een hel, enz.
Commentaar: Een begripsmatige entiteit, een gedroomd personage, heeft het onjuiste gevoel dat hij of zij schaamte MOET voelen en onderwerpt zich daarmee aan Hemel en Hel. Beiden zijn slechts een onderdeel van de droom.
Zoals de illusie heerst, zo ook verschijnen
de wezens. De wereld is illusoir en bestaat alleen bij de gratie van zijn
oorzaak en omstandigheden.
Commentaar: De waargenomen wereld bestaat omdat er een illusoire waarnemer
is om hem waar te nemen. "Is de boom in het bos gevallen, als niemand het
ooit heeft gezien?" (Bekende Zen Koan).
8. Zoals een schilder die
bang is voor het verschrikkelijke monster dat hij zelf geschilderd heeft, zo
kent de dwaas angst in de wereld (door zijn eigen onjuiste ideeën).
Commentaar: Het gekende en de kenner zijn beiden illusies. Kan er dan
sprake zijn van het kennen van wat dan ook, of dit nu angst of geluk is?
9. Zoals een dwaas die zich
in een moeras begeeft en daarin verdrinkt, zo verdrinken de wezens in het moeras
van onjuiste ideeën en zij zijn niet in staat om daar uit te komen.
Commentaar: Zo lang als er zoeken naar bevrijding is, een handelen met
betrekking tot zoeken, dan veronderstelt de zoeker dus dat hij gebonden is. Het
zoeken en de veronderstelling zijn twee kanten van dezelfde medaille. Je kunt
niet het een hebben zonder het andere. Zoals een schaduw. En daarom is al het
zoeken hetzelfde als een poging om je eigen schaduw weg te schoppen.
10. Het gevoel van lijden
wordt ervaren door de inbeelding van iets dat in feite niet bestaat. Wezens
worden gekweld door het vergif van onjuiste ideeën over het object en zijn
kennis.
Commentaar:Objecten in een droom, met alle grote ethos en pathos. 's
Morgens wakker worden en je kop thee drinken.
11. Wanneer men deze
hulpeloze wezens beschouwt met compassie in het hart, dan valt er voor hun
welzijn niet anders te doen dan de hoogste kennis (bodhicrya) op hen los te
laten.
Commentaar: Daarom gebeurt het dat er gesproken wordt door degenen die
weten, terwijl zij weten dat al het gesprokene een verbastering van de
werkelijkheid is, een onjuistheid.
12. Wanneer men de vereiste
benodigdheden heeft verworven en men onovertroffen bodhi ontvangt, dan wordt men
een Buddha, de vriend van de wereld, bevrijd van gebondenheid en onjuiste ideeën.
Commentaar: Fenomenen (manifestatie) zijn slechts de objectieve uiting
van dat wat IS. Neem er volledig aan deel, wetend dat het een illusie is,
wanneer dit deelnemen zich voordoet en trek je volledig terug wanneer het
terugtrekken zich voordoet. Geen afwijzing, geen acceptatie.
13. Hij die de
transcendentale werkelijkheid realiseert, de pratityasamutpada kennend (de
manifestatie van entiteiten die afhankelijk zijn van hun oorzaak en
omstandigheden), weet dat de wereld sunya is en ontdaan van begin, midden en
einde.
Commentaar: Er is nooit iets gebeurd.
14. Samsara en nirvana zijn
slechts verschijningen; de werkelijkheid is smetteloos, zonder verandering en
stil vanaf het begin en verlicht.
Commentaar: Er is nooit iets gebeurd, en toch, dat wat-is, IS.
15. Het object van kennis
in de droom is er niet als men wakker is.
Commentaar: Degene die wakker wordt, beschouwt zichzelf niet als slechts
een van de vele objecten. De slaap-droom wordt dus begrepen, maar niet deze
levens-droom.
Op dezelfde manier verdwijnt de wereld voor degene die ontwaakt is uit het
donker van onwetendheid.
Commentaar: In de diepe slaap zijn al je godslasteringen en al je
diepzinnigheid, al je relaties en al je ethos en pathos verdwenen, omdat jij (de
"ik", het ego) er tijdelijk niet bent.
Het scheppen van illusie is
niets dan illusie. Als alles is vermengd, dan kan er niets beschouwd worden als
iets werkelijks. Dit is de aard van alle dingen.
Commentaar: Er is nooit iets gebeurd. Gebeurtenissen horen alleen bij de
begripsmatige context van ruimte en tijd. Ruimte en tijd zijn op hun beurt weer
begripsmatige constructies.
16. Degene die een oorsprong heeft (jati) komt zelf
nergens uit voort. Oorsprong is een onjuist idee van mensen. Deze ideeën en de
(bedachte) wezens zijn geen werkelijkheid.
Commentaar: Als er niets is gebeurd, is er geen oorsprong, is er geen
einde.
17. Dit alles is niets
anders dan denken (citta) en bestaat zoals een illusie bestaat. Hieruit komen
goede en slechte daden voort en daaruit goede en slechte geboortes (levens).
Commentaar: Goed, Slecht, allemaal bewegingen van de droom, binnen een
droom.
18. Wanneer het wiel van
het denken onderdrukt wordt, zijn alle dingen onderdrukt. Daarom zijn alle
dingen zonder atman (onafhankelijke natuur) en hieruit volgt dat ze volkomen
zijn.
Commentaar: Begripsmatige entiteiten hebben
geen vrije wil.
19. Door te denken dat de dingen die geen
onafhankelijke natuur hebben, eeuwig zijn, atman en aangenaam, verschijnt de
oceaan van het bestaan (bhava) aan degene die omringd is door de duisternis van
gebondenheid en onwetendheid.
Commentaar: De "ik-entiteit" die denkt zelf te handelen en
daarom een doel heeft om iets te worden, (verlicht of een hansworst), deze
"ik-entiteit" is slechts onderworpen aan het oprijzen en breken van de
"golven".
20. Wie kan aan de overkant
komen van de grote oceaan van samsara, die vol van water van verkeerde ideeën
is, zonder in het grote voertuig te komen (d.w.z. Mahayana)?
Commentaar: Zonder de apperceptie van de werkelijkheid blijf
je in kringetjes rond draaien.
Hoe kunnen deze onjuiste ideeën opkomen in iemand die
doorgrond heeft dat deze wereld voortkomt uit onwetendheid?
Commentaar: Wanneer de apperceptie "zich voordoet", waar is dan de "ik-entiteit" gebleven met ideeën over goed of slecht?